Anamnese en lichamelijk onderzoek
Het eerste wat uw arts zal doen bij een vermoeden van hartfalen is uw anamnese) afnemen en een grondig lichamelijk onderzoek uitvoeren. Dit is nodig om uw huidige symptomen vast te stellen, maar ook om te proberen de mogelijke oorzaak van uw hartfalen te achterhalen. Tijdens een anamnese) en het lichamelijk onderzoek zal uw arts u vragen stellen over uw symptomen, recente of eerdere ziekten, uw lichamelijke activiteit, ademhaling, nachtrust, eetpatroon en andere activiteiten. Na de anamnese zal uw arts een lichamelijk onderzoek uitvoeren. De volgende onderdelen van het lichamelijk onderzoek die met name nuttig zijn bij het diagnosticeren van hartfalen:
- Meten van uw bloeddruk en hartslag. Een hoge bloeddruk zorgt voor extra belasting van het hart. Een snelle en/of onregelmatige hartslag kan erop wijzen dat het hart ter compensatie sneller probeert te pompen.
- Beoordelen van de kleur en de temperatuur van uw huid.
- De aders in uw hals controleren. Als bloed niet goed wordt uitgepompt door het hart, dan hoopt zich bloed op in de aderen en kunnen de aders in de hals opgezwollen raken.
- Met een stethoscoop naar uw hart en longen luisteren. Een krakend of piepend geluid over de longen kan duiden op vochtophoping in de longen. Abnormale geluiden van het hart (hartruis) kunnen duiden op afwijkingen van de hartkleppen.
- Controleren of uw buik is opgezwollen ten gevolge van vochtophoping.
- Controleren of uw enkels en benen zijn opgezwollen ten gevolge van vochtophoping.
- Uw lichaamsgewicht meten.