Longfunctieonderzoeken
Aangezien bepaalde longaandoeningen vergelijkbare klachten geven als hartfalen en hartfalen en een longaandoening beide tegelijkertijd aanwezig kunnen zijn, kan uw arts besluiten een longfunctieonderzoek te laten verrichten. Met een longfunctieonderzoek wordt nagegaan hoe uw longen werken. Het belangrijkste longfunctieonderzoek is spirometrie. Hierbij wordt gemeten hoeveel lucht u in en uit uw longen kunt ademen, en hoe snel u dat doet.
Voor de meeste longfunctieonderzoeken krijgt u een neusklem op zodat er tijdens het onderzoek geen lucht de neus in of uit kan. U wordt vervolgens gevraagd om te ademen door een mondstuk dat is aangesloten op een meetapparaat (spirometer). Er wordt uitgelegd wat u moet doen, zoals zo diep mogelijk inademen en dan vervolgens zo snel en krachtig mogelijk uitademen.
De nauwkeurigheid van de onderzoeken hangt af van hoe goed u alle instructies opvolgt. De longfunctielaborant die de test uitvoert zal u wellicht aansporen om diep te ademen tijdens het onderzoek, om zo de beste resultaten te krijgen.
Na de onderzoeken moet u misschien hoesten of voelt u zich even een beetje licht in het hoofd, maar u kunt gelukkig tussen de onderzoeken door even uitrusten. Het onderzoeken duurt circa 5 tot 15 minuten, afhankelijk van het aantal onderzoeken.
De resultaten van de onderzoeken helpen uw arts om:
- de oorzaak van uw ademhalingsproblemen vast te stellen
- eventuele longaandoeningen te diagnosticeren, zoals chronisch obstructief longlijden (COPD) of astma
- de effectiviteit van de behandeling voor uw longaandoening te beoordelen indien u daar een behandeling voor krijgt.