Activiteit en beweging
Elke milde lichamelijke activiteit is heilzaam voor de meeste mensen met hartfalen. Beweging helpt in het algemeen om u beter te voelen.
Waarom ?
Beweging kan de werking van uw hart verbeteren, door de werklast te verminderen en het hart efficiënter te laten kloppen. Dit verbetert uw klachten.
Hoe ?
Bespreek voor u een oefenprogramma start, of als u meer of andere oefeningen wilt gaan doen, dit eerst met uw arts of verpleegkundige, zodat u er zeker van bent dat u niet te snel te veel inspanning van uw hart vraagt. Ze kunnen u ook adviseren over welke activiteiten u juist moet vermijden. U kunt ook contact opnemen met het lokale hartrevalidatiecentrum (indien aanwezig) en vragen of ze programma’s bieden voor oefeningen met een lage intensiteit.Kies een activiteit die u leuk vindt, want dan zult u het vaker doen. Inspannen samen met een vriend of vriendin helpt ook, want dan kunt u elkaar aanmoedigen. Het is belangrijk dat u weet wat u aankunt. Als u niet ging joggen voordat u hartfalen had, kunt u dit waarschijnlijk nu u hartfalen heeft ook niet. Maar als u van wandelen of zwemmen houdt, probeert u dit dan.
Kies een activiteit die u leuk vindt, want dan zult u het vaker doen. Inspannen samen met een vriend of vriendin helpt ook, want dan kunt u elkaar aanmoedigen. Het is belangrijk dat u weet wat u aankunt. Als u niet ging joggen voordat u hartfalen had, kunt u dit waarschijnlijk nu u hartfalen heeft ook niet. Maar als u van wandelen of zwemmen houdt, probeert u dit dan.
Vergeet niet op te warmen en af te koelen met een paar rekoefeningen als u gaat bewegen – een bevoegde instructeur kan u laten zien hoe u dit veilig kunt doen. Als het buiten koud of winderig is, kunt u het beste opwarmen voordat u het huis verlaat. Probeer enkele minuten rond te wandelen, want dat vermindert de schok voor uw lichaam wanneer u naar buiten gaat.
Wandelen is een goede activiteit om mee te beginnen. Probeer elke dag te wandelen, door bijvoorbeeld de krant te halen of een halte eerder uit de bus te stappen. Als u al wandelt en vindt dat u lichamelijk actief bent, probeer dan ook te fietsen of zwemmen. Begin langzaam en verhoog geleidelijk de afstand of intensiteit van de activiteit naarmate uw kracht/fitheid verbetert.
Een goede vuistregel is dat u nog moet kunnen praten terwijl u beweegt. Als u niet meer kunt praten, gaat u waarschijnlijk te hard. Stop de oefening onmiddellijk als u last krijgt van kortademigheid, duizeligheid, pijn op de borst, misselijkheid of koud zweet. Als de klachten aanhouden, moet u contact opnemen met uw arts of verpleegkundige.
Probeer niet direct oefeningen te doen na een grote maaltijd of juist wanneer u lange tijd niet gegeten hebt. Plan uw inspanning 1–2 uur na een lichte maaltijd.
Veel mensen met hartfalen zijn bezorgd dat ze hun kinderen of kleinkinderen misschien niet meer kunnen optillen. Luister goed naar uw lichaam. U kunt activiteiten waarbij u uw adem moet inhouden, druk moet uitoefenen of waarbij plotse krachtexplosies nodig zijn beter vermijden. Als uw kinderen of kleinkinderen wat groter zijn, is het verstandiger om ze op schoot te nemen.