Verhoogd kaliumgehalte (hyperkaliëmie)
Wat is hyperkaliëmie en wat zijn de oorzaken?
De kaliumspiegel is een graadmeter voor de hoeveel kalium in het bloed. Die ligt normaal tussen de 3,6 en 5 mmol/liter. Nieraandoeningen en het gebruik van bepaalde geneesmiddelen kunnen leiden tot een te hoog serumkaliumgehalte (meer dan 5,0 mmol/liter). Dit wordt hyperkaliëmie genoemd, een veelvoorkomende elektrolytafwijking. Kalium speelt een rol bij zenuwgeleiding, spiersamentrekking en de nierfunctie.
Hyperkaliëmie is meestal het gevolg van een verhoogde kaliuminname in combinatie met een verminderde nierfunctie. Aandoeningen van de nieren verminderen de nieruitscheiding en zijn de meest voorkomende oorzaak van hyperkaliëmie. Gezonde nieren kunnen de kaliumspiegel op peil houden, zelfs bij een hoge inname, door kalium uit te scheiden. Nieren die minder goed functioneren kunnen zich echter niet meer zo gauw aanpassen aan snelle veranderingen in de kaliumbelasting. Dergelijke snelle veranderingen kunnen worden veroorzaakt door het eten van veel kaliumrijk voedsel. Kaliumrijke voedingsmiddelen zijn sinaasappels, bananen, cantaloupes, abrikozen, perziken, papaja’s, avocado’s, aardappelen, noten, bonen en chocolade. Sommige zoutvervangers bevatten kalium en kunnen leiden tot hyperkaliëmie.
Patiënten met hartfalen die diuretica gebruiken, kunnen via de normale nierfunctie kalium verliezen, waardoor de kaliumspiegel in het bloed daalt, hypokaliëmie genoemd. Sommige patiënten met hartfalen krijgen kaliumsupplementen die vaak samen met diuretica worden voorgeschreven. Bij een slechte nierfunctie kan een overmatige inname van kaliumsupplementen echter tot hyperkaliëmie leiden.
Geneesmiddelen zijn een veel voorkomende oorzaak van hyperkaliëmie vanwege verschillende mechanismen. Daartoe behoren geneesmiddelen die vaak bij hartfalen en hoge bloeddruk worden gebruikt, zoals angiotensine-converterend enzymremmers, angiotensinereceptor-antagonisten, neprilysineremmers, aldosteronblokkers (ook MRA’s genoemd), bètablokkers, digoxine, kaliumsparende diuretica (plastablet triamtereen), het bloedverdunnende geneesmiddel heparine en de vrij verkrijgbare pijnstillers die ook niet-steroïde ontstekingsremmers (NSAIDs) worden genoemd zoals ibuprofen, naproxen, diclofenac.
Hyperkaliëmie kan periodiek optreden bij bekende risicofactoren zoals chronische nierziekte en hartfalen, vooral wanneer een aantal van de hierboven genoemde geneesmiddelen wordt gebruikt. Daarom moeten patiënten met hartfalen die behandeld worden, regelmatig hun kaliumgehalte in het bloed laten controleren. Dit gebeurt meestal samen met nierfunctiecontroles, omdat een verslechtering van de nierfunctie een van de meest voorkomende oorzaken van hyperkaliëmie is.
Wat zijn de gevolgen van hyperkaliëmie?
Bij lichte tot matige hyperkaliëmie tot 6,5 mmol/liter treden geen symptomen op en zijn er geen onmiddellijke problemen, maar er is een groot risico op ernstige hartritmestoornissen. Ernstige hyperkaliëmie (>6,5 mmol/liter) is een levensbedreigende medische noodsituatie, die onmiddellijke aandacht en medische behandeling vereist. De gevolgen van hyperkaliëmie worden ook bepaald door andere factoren, zoals hartaandoeningen of andere afwijkingen van de bloedelektrolyten (calcium, magnesium), die het risico op hartritmestoornissen kunnen vergroten.
Hyperkaliëmie kan worden voorkomen door frequente controle van de bloedwaarden, het vermijden van kaliumrijk voedsel en de juiste dosering van geneesmiddelen die hyperkaliëmie kunnen veroorzaken. Vaak kan dit betekenen dat een lage dosering moet worden gebruikt of dat met bepaalde medicatie moet worden gestopt of juist niet. Het kan nuttig zijn een diëtist te raadplegen om de voeding van de individuele patiënt aan te passen.
Hyperkaliëmie is beheersbaar en omkeerbaar door het serumkalium rechtstreeks te verlagen. De manier van ingrijpen wordt bepaald door de ernst van de hyperkaliëmie en de daarmee gepaard gaande complicaties. Een acute behandeling van ernstige hyperkaliëmie wordt in het ziekenhuis gedaan om eventuele complicaties in de gaten te houden. Deze behandeling is intraveneus en is erop gericht het kaliumgehalte snel te verlagen. Soms is het nodig kalium snel uit het bloed te verwijderen door hemodialyse. Dit is gewoonlijk alleen nodig bij patiënten met een sterk verminderde of uitgevallen nierfunctie.
Behandelingen op lange termijn hebben tot doel de risicofactoren voor hyperkaliëmie weg te nemen en de verwijdering van kalium uit het lichaam te bevorderen. Hieronder vallen een kaliumarm dieet en het stoppen met kaliumsupplementen. Het is echter mogelijk dat deze behandelingen niet effectief genoeg zijn om hyperkaliëmie te voorkomen bij patiënten met hartfalen en een slechte nierfunctie.
Het is belangrijk te stoppen met medicijnen die hyperkaliëmie veroorzaken en die niet strikt nodig zijn, zoals pijnstillers zoals ibuprofen, naproxen, diclofenac. Verschillende soorten geneesmiddelen tegen hartfalen kunnen het risico op hyperkaliëmie verhogen. Dit is vooral van belang voor patiënten met hartfalen en chronische nierziekte, die het meeste risico lopen op hyperkaliëmie.
Patiënten met hartfalen die hyperkaliëmie ontwikkelen en hun medicatie optimaal moeten blijven gebruiken, kunnen kaliumbindende harsen overwegen omdat die de afvoer van kalium via het maag-darmkanaal effectief verhogen. Deze middelen, die in poedervorm met water worden ingenomen, worden goed verdragen en zijn een probaat middel om op lange termijn voor een normaal kaliumgehalte te zorgen bij patiënten die vatbaar zijn voor hyperkaliëmie. Bovendien kunnen patiënten optimaal gebruik blijven maken van hun medicatie tegen hartfalen.
Terug naar Andere veel voorkomende medische aandoeningen en hartfalen